Boiling mud
Om maar meteen verder te gaan waar ik de vorige keer gestopt ben: verse vis is heerlijk, zeker als je hem zelf gevangen hebt.
Zo, dat is achter de rug. Nu over naar de orde van de dag. Maandagochtend heb ik de familie achter me gelaten en ben ik alleen op pad gegaan. In Bombay ben ik opgehaald door Magic Bus (de organisatie waarmee ik door Nieuw-Zeeland cross). Na diverse stops bij bezienswaardigheden komen we ’s avonds aan in Rotorua. Tijdens de reis leer ik al wat mensen kennen. Ik wissel met een aantal mensen een woordje, maar het meeste met Cody uit Canada (hij ligt ook bij mij op de kamer) en Chandani en Rupal uit Engeland (typische Britse namen, toch?).
Met dit groepje trek ik er ’s avonds ook op uit. We gaan naar Tamaki, een Maori-dorp net buiten Rotorua. Voordat we het dorp binnen mogen ondergaan we echter eerst een welkomsceremonie. Deze begint vrij aggresief, met dansen en speerzwaaien, maar uiteindelijk mogen we toch binnen. Eenmaal in het dorp krijgen we uitleg over de gewoontes van het volk. Waarom ze hun gezichten tattoeëren bijvoorbeeld. En hoe jonge kinderen worden opgeleid tot krijger. Ook vertellen ze over hun bijzondere manier van vlechten en houtbewerkingen.
Naderhand tonen de Maori’s ons hoe ze hun eten bereiden. Dit is erg apart, dat doen ze namelijk onder de grond. Dit duurt ongeveer vier uur. Gelukkig zijn ze er ’s middags al mee begonnen, dus vlak na de uitleg over hun tradities laten ze hun kookkunsten zien.
Vervolgens loodsen de Maori’s de aanwezigen een grote zaal in. Hier treden ze voor ons met zang en dans. Ze laten onder meer de traditionele Haka zien, een oorlogsdans. Nieuw-Zeelandse rugby’ers doen deze dans ook voorafgaand aan een wedstrijd om hun tegenstander te intimideren.
Als dat allemaal achter de rug is mogen we aan tafel. De aardappels samen heel erg naar rook, maar het is erg lekker allemaal. De keuze is ook enorm. De afsluiting zijn enkele mierzoete toetjes.
Op de terugweg worden er liedjes gezongen in de bus. De chauffeur roept een nationaliteit en als iemand in de bus aanwezig is die uit dat land komt, moet hij of zij een liedje zingen in hun eigen taal. Hij heeft veel nationaliteiten gehad als hij roept dat er nog tijd is voor een laatste liedje. Chandani fluistert hem in dat er een Nederlander in de bus zit, dus ik ben de klos. Ik trakteer de reizigers op ‘Altijd is Kortjakje ziek’. Dit heeft een staande ovatie tot gevolg, natuurlijk.
Dinsdag reizen we verder van Rotorua naar Taupo, maar niet voordat we eerst Wai-O-Tapu Thermal Wonderland hebben bezocht. Cody blijft achter in het hostel, dus ik ga met Chandani en Rupal verder. Nieuw-Zeeland is een van de vier landen waar geisers te vinden zijn. Een van die geisers, Lady Knox, spuit elke dag om 10.15 uur. Daarnaast is het hele gebied vulkanisch actief. Dit heeft veel kokende modderpoelen tot gevolg. Die ruiken naar rotte eieren. In anderhalf uur lopen we door het park en zien we veel bijzondere kraters, grotten, kokende meren en weet ik veel meer. Een kleine foto-impressie is bijgevoegd.
Aangekomen in Taupo slenter ik wat door de stad. Ik ga onder meer kijken bij het bungeejumpen; 48 meter de diepte in. Het is aan de prijzige kant, anders had ik het natuurlijk meteen gedaan. Wie wil dat nou niet? Met een touw aan je voeten de diepte in springen…
Het avondeten heb ik samen met Chandani en Rupal genuttigd. De dames, met hun roots in India, weten wat koken is. Al na drie happen staat mijn mond in brand. Maar ik laat me niet kennen en eet netjes mijn bordje leeg. Het is ook best lekker, alleen erg heet.
Vanavond gaan we naar Mulligan’s, een bar waar ze een quizavond houden. Eens kijken of ik daar nog mijn steentje kan bijdragen.