Climbing up that glacier
Na een paar dagen stromende regen in Nelson, ogenschijnlijk The Sunshine Capital of New Zealand, is de volgende bestemming Greymouth, een kleine plaats aan de westkust van het zuider-eiland. Dit is het begin van het regenwoud, dat bijna doorloopt tot aan Wanaka in het zuiden. Daar verwacht je dus wel veel regen, maar er is bijna geen druppel gevallen. Tijdens mijn tijd in Franz Joseph heeft zelfs continu de zon geschenen (lees: gebrand).
Oorspronkelijk ben ik van plan slechts één overnachting in Franz Joseph te doen, maar de locatie bevalt me zo goed dat ik besluit van donderdag tot en met zondag te blijven. Het hostel (Chateau Franz) is geweldig; ik heb een keuken, toilet en douche in mijn kamer. De meeste reizigers op de Magic Bus gaan de volgende dag echter door naar het zuiden. Dus die avond neem ik afscheid van Sarah (Engeland), Julie (Frankrijk), Esmeralda (Spanje), Michaela (Engeland) en Nathalie (Zweden).
Zes personen blijven achter; Lauren (Engeland), Julia (Duitsland), Elske, Jorn, Rosalie (allen uit Nederland) en ik natuurlijk. Omdat het weer te slecht is op de dag dat we arriveren is het niet mogelijk de gletsjer te bezoeken. Volgens de voorspelling is het weer vrijdag wel goed. Jorn, Roos, Julia en ik spreken af om dan de dagwandeltocht op de gletsjer te doen. ’s Ochtends melden we ons om 8.15 uur bij de organisatie. We krijgen achtereenvolgens een waterwerende broek, dikke sokken, schoenen, crampons, een waterwerende jas, een muts en handschoenen uitgereikt. Daarna stappen we in de bus en zetten we koers naar de Franz Joseph Glacier.
Eenmaal daar aangekomen krijgen we de laatste veiligheidsinstructies en trekken we de berg. Na verloop van tijd gaan de rotsen en stenen over in ijs. Af en toe moeten we wachten omdat onze gids een nieuwe pad moet uithakken. De gletsjer is namelijk constant in beweging en een pad dat ’s ochtends is gemaakt kan een paar uur later alweer verdwenen zijn.
Langzaam maar zeker klimmen we steeds verder naar boven. Rond half twee is het lunchtijd. Hiervoor zoeken we een paar rotsen op waar we droog kunnen zitten. Als de boterhammetjes op zijn nemen we nog een kijkje onder de gletsjer, dat is erg bijzonder.
Dan is het tijd om aan de afdaling te beginnen. Om andere groepen niet in de weg te lopen nemen we gedeeltelijk een andere route naar beneden. Hier hebben diverse gidsen de hele dag hard aangewerkt. Het is allemaal erg smal en nauw, maar zelfs ik weet me er doorheen te wurmen. De steile afdalingen per trap, bijna tien meter recht naar beneden, zijn even slikken. Toch weet ik ze zonder kleerscheuren te doorstaan. Alhoewel, op een gegeven moment wijst Rosalie mij op m’n bloedende knie. Ik heb hem zo vaak gestoten dat ik me niet eens meer kan herinneren wanneer dat gebeurd is.
Het beklimmen van een gletsjer is erg mooi, temeer omdat zoiets in Nederland natuurlijk niet mogelijk is. Het meest bijzondere is echter toch wel dat ik de klim in mijn zwembroek heb volbracht. Doordat de zon de hele dag schijnt is het niet nodig om beschermende kleding te dragen.
Zaterdag was onze zogenaamde ‘lazy day’. We hebben die dag vooral gebruikt om flink uit te rusten. ’s Middags ben ik met Jorn, Roos en Julia naar de hot pools geweest. Dit zijn drie warme baden in de buitenlucht van 36, 38 en 40 graden. Een heerlijke manier om bij te komen van de gletsjerklim.
Inmiddels zit ik op een balkon in Wanaka te genieten van het uitzicht met Jorn, Roos en Julia. We hebben net met vieren gekookt en nu zitten we onder het genot van de ondergaande zon nog wat te babbelen. Eerder vandaag hebben we een hostel geboekt voor Queenstown, onze volgende bestemming. We hebben een vierpersoonskamer met eigen keuken en badkamer geregeld. We blijven daar samen tot aanstaande vrijdag. Daarna gaat ieder z´n eigen weg.