Starry, starry night
Het heeft even geduurd, maar ik heb gelukkig weer een fatsoenlijke pc gevonden met een degelijke internetconnectie. Dat is niet altijd even handig. Tijd is geld en internettijd is goud waard. Daarom ben ik nu alweer bijna in het noorden van het zuider-eiland, terwijl ik helemaal in het zuiden ben geweest. Maar ik ga met mijn verhaal gewoon verder waar ik gebleven ben, in Queenstown.
Na een prachtige dag in Milford Sound wil ik woensdagochtend naar Stewart Island, maar eerst uitslapen. Hierdoor mis ik natuurlijk alle bussen die vanuit Queenstown naar het zuiden reizen. Ik ga niet bij de pakken neerzitten en zoek een oplossing. Ik pendel op en neer tussen de iSite (lokale VVV) en een bedrijf dat auto’s verhuurt. Uiteindelijk komen we eruit en huur ik een auto om af te dalen naar Invercargill. Bij de lokale iSite daar boek ik de overtocht naar Stewart Island, mijn hostel en ook maar vast meteen een kayaktrip.
Om 18.15 uur arriveer ik Nieuw-Zeeland’s derde grootste eiland. Ik spoed naar mijn hostel, check ik, drop mijn spullen op de kamer en ga snel door naar de baai. Om 19 uur begint namelijk mijn kayaktrip tijdens de zonsondergang. Bij aankomst blijk ik de enige gegadigde te zijn. Samen met mijn guide Dale ga ik het water op. Omdat tijdens mijn vorige trip op het water mijn kleine camera het leven heeft gelaten, besluit ik deze keer niets mee te nemen. Dat is maar goed ook, want ik zit nog niet in de kayak of het begint te plensen. Gelukkig stopt het na een halfuur met regenen en klaart het op. Dale vertelt me alles over de water- en zeedieren van Stewart Island. We zien zelfs een aantal pinguins, die het strand opkomen voor de nacht. Verder krijg ik nog enkele Maori-legendes te horen over het ontstaan van Nieuw-Zeeland.
De volgende dag regent het pijpestelen. Dit tot grote vreugde van de eilandbewoners, die zijn namelijk afhankelijk van regenwater en er was in december nog geen druppel gevallen. Ik ben er iets minder blij mee, maar in Queenstown heb ik een goed boek gekocht. Dus daarom verdiep ik me daar maar in.
In de loop van de middag klaart het weer op. Ik loop naar het bezoekerscentrum en boek een guided tour voor de avond. Wederom blijk ik de enige te zijn. Ditmaal is Beven mijn gids. Samen met hem wandel ik helemaal naar Acker’s Point. Onderweg vertelt hij over de flora en fauna die we tegenkomen. Erg interessant!
Mijn laatste dag op Stewart Island huur ik een scooter. Hiermee cross ik over het eiland en doe nog enkele wandelingen. Zo klim ik onder meer naar de top van Garden Mount, 614 meter boven zeelevel. Dat is best hoog als je op het strand met de tocht start.
Na een korte stop ik Dunedin reis ik zaterdag met de Magic Bus door naar Lake Tekapo. Onder het mom van ‘je moet alles een keer proberen’ ga ik ‘s middags paardrijden. Samen met enkele Magic-passagiers maken we een tocht van ongeveer een uur langs het meer en over Mount John. Als we terugkeren bij het hostel zijn de voorbereidingen voor een barbecue in volle gang. Zeer smakelijk.
De dag is echter nog niet afgelopen. ‘s Avonds ga ik namelijk sterrenkijken boven op Mount John. Hier staan diverse telescopen. Eerst zien we de zon prachtig ondergaan. Terwijl het langzaam donker wordt en de sterren tevoorschijn komen krijgen we nog wat uitleg over het heelal. Bijzonder en leerzaam tegelijk.
Op zondag is de eindbestemming eigenlijk Kaikoura, maar ik stap in Christchurch al uit. Ik wil graag met mijn eigen ogen zien wat de diverse aardbevingen daar hebben aangericht. Het is niet te beschrijven. Ik heb wel wat foto’s gemaakt, maar voelde me een beetje opgelaten om die vernielde stad ongegeneerd foto’s te maken. Vooral in het centrum zijn veel panden gewoon achtergelaten. Bureau’s, telefoons, kasten en de hele mikmak staat nog binnen, maar aan de stoflaag te zien is er al maanden niemand meer binnen geweest. Het is niet voor te stellen wat de inwoners van Christchurch mee hebben gemaakt op die bewuste dag in februari, waarbij 184 mensen het leven lieten.
Tijdens het slenteren langs de rand van het centrum stuit ik op een winkel die fototoestellen verkoopt. Omdat mijn kleine camera dus overleden is, neem ik een kijkje. De verkoopster weet me te vertellen dat de winkel pas enkele dagen weer open is gegaan. De eigenaar heeft een aantal camera’s weten te redden uit het puin van de aardbeving. Deze gaan nu voor bijna half geld de deur uit. Zo’n mooie kans laat ik niet liggen. Tien minuten later en een paar honderd dollar armer stap ik de winkel uit met een schok- en waterresistent fototoestel.
Na een nachtje in Christchurch ben ik weer op de Magic Bus gestapt, waardoor ik nu toch in Kaikoura ben. Deze plaats staat bekend vanwege de grote hoeveelheid zeedieren die in de directe omgeving leeft. Je kunt hier walvissen spotten, zwemmen met zeehonden, vissen of zwemmen met dolfijnen. Dat laatste ga ik morgenochtend doen, nadat ik vanmiddag flink veel geld heb ingeleverd. Ik ben ontzettend benieuwd hoe het is. Hierbij komt mijn nieuwe camera meteen van pas.