Can you hear the dolphin’s cry
Dinsdagochtend sta ik om half acht naast m’n bed. Snel ontbijten en daarna samen met Fabio uit Brazilië naar het zwemmen met dolfijnen. Eerst wordt ons een wetsuit aangemeten en vervolgens krijgen we een korte veiligheidsbriefing. De organisatie vertelt ons dat we gaan zwemmen met wilde dolfijnen, die op enkele manier verzorgd worden door mensen. Dat we dus niet raar moeten opkijken als de dolfijnen totaal geen aandacht aan ons -de zwemmers- schenken. Daarom geven ze ons een paar tips om toch een interactie aan te gaan met de dieren.
Daarna in de bus en op naar de boot. Als we varen krijgen we de laatste instructies en daarna maken we ons klaar om het water in te gaan. Dit is werkelijk niet te beschrijven. Je zwemt tussen honderden(!) dolfijnen. Volwassenen en jonkies. Ik ben niet van de superlatieven, maar dit is megagaaf. Op een gegeven moment zwemt een dolfijn twee rondjes om mij heen, terwijl ik met hem meedraai. Dat is echt tof.
Na circa tien minuten zijn de meeste dolfijnen verdwenen en worden we teruggeroepen naar de boot. We varen een stukje verder tot de schipper een nieuwe groep dolfijnen spot. Daar gaan we weer te water. Nouja, iedereen behalve ik dan. De zee is niet erg kalm en door al het geschommel ben ik vrij (lees: ontzettend) misselijk geworden. Gelukkig overwin ik dit door naar een vast punt op de kust te staren. Daarom kan ik bij de volgende locatie ook weer het water in. Ik probeer wat foto’s te maken. Erg goed lukt dit niet, maar als je goed kijkt kun je zeker enkele dolfijnen herkennen.
Rond de middag keren we terug op het vasteland. Fabio en ik snellen naar het hostel. Daar wissel ik de Braziliaan in voor de Oostenrijkse Isabelle, ookwel Izzy. Met haar ga ik ’s middags vissen op zee, onder leiding van Gerry. Om 13.45 uur worden we opgehaald bij het hostel en rijden richting het strand, onderweg pikken we nog drie andere reizigers op. We varen zo’n vier kilometer de zee op. Tijdens de tocht spotten we een aantal dolfijnen, een pinguin, veel meeuwen en enkele albatrossen.
Deze keer ben ik niet degene met de eerste vangst. Die eer gaat naar Izzy. Toch weet ik in totaal vier vissen binnen te halen. Geen Snappers vandaag, maar Sea Perch. Tevens vissen we nog vijf Crayfish (familie van de rivierkreeft) op, een ware lekkernij. Zodra we de kust naderen vaart de schipper de boot op een kar, die ons zo uit het water trekt. We mogen op de boot blijven zitten terwijl Gerry ons naar zijn huis rijdt. Daar frissen we ons op. Intussen ‘verdrinkt’ Gerry de crayfish in zoetwater en vervolgens kookt hij ze voor ons. De Sea Perch is op de boot al gefileerd. Die verdelen we onderling.
Bij Gerry in de tuin genieten we van de namiddag onder het genot van een ogenschijnlijk onuitputtelijke voorraad Sauvignon Blanc (ja, ook ik heb vrolijk meegetetterd). Hoe de Sea Perch en Crayfish smaakt kan ik helaas nog niet vertellen. Bij terugkomst in het hostel zijn we allebei uitgeteld. We duiken nog snel even in de lekker warme spa pool. Na een frisse douche zoek ik snel mijn bed op.
Vandaag (woensdag) maak ik de oversteek naar het noorder-eiland. Vrijdag ben ik weer terug in Auckland, waar het allemaal begon. De kerstdagen breng ik door met de familie. Hoe mijn schema er daarna uitziet is nog niet bekend. Het gaat nu allemaal wel erg snel. Over twee weken verlaat ik Nieuw-Zeeland alweer. Maar wees gerust, voorlopig kom ik nog niet terug hoor. Eerst ga ik Australië een tijdje onveilig maken.