Rocky Mountain High
De eerste dagen na Oklahoma City staan in het teken van Route 66. Officieel bestaat deze weg niet meer. Na de Tweede Wereldoorlog is het verval ingezet en zijn grote delen vervangen of verplaatst. De Amerikaanse overheid heeft Route 66 in 1985 opgeheven en vervangen door een snelwegstelsel. Maar liefhebbers houden de weg in stand. Overal aan de route zie je grote en kleine borden die refereren aan de zogeheten The Mother Road. Ook zijn er voldoende bezienswaardigheden, dus we maken de tocht met de nodige tussenstops.
Van Oklahoma City rijden we naar Amarillo. We stoppen onder meer bij een museum met de historie van de weg. Interessant om te zien hoe belangrijk Route 66 was in de jaren dertig, wanneer veel Amerikanen de reis van oost (Chicago) naar west (Los Angeles) maken op zoek naar geluk.
Doordat veel van de originele wegen zijn vervangen is het niet mogelijk van begin tot eind op Route 66 te rijden. Gelukkig hebben wij voor elke staat een kaart met instructies om zoveel mogelijk de oorspronkelijke route te rijden. In de praktijk betekent dit dat je ongeveer zeventig procent van de tijd parallel aan de snelweg rijdt. Veel stukken weg zijn inmiddels afgesloten. Het verplaatsen van de route en het aanleggen van de snelwegen heeft veel invloed gehad op de lokale middenstand. De reizigers op Route 66 vormen namelijk het bestaansrecht voor een flink aantal dorpjes. Nu, tientallen jaren later, is daar weinig meer van over. Het eerste spookdorp waar we doorheen rijden is Texola, op de grens van Oklahoma en Texas. Dit is heel bijzonder om te zien. De mensen hebben hun spullen gepakt en zijn vertrokken. Alles is nog zoals het dertig jaar geleden was, alleen de natuur is veel meer aanwezig. Dit levert wel prachtige plaatjes op.
Vanuit Amarillo volgen we Route 66 verder naar het westen. We stoppen nog een zeer oude brug en maken een stop bij het zeer beroemde Cadillac Ranch. We rijden tot aan Santa Rosa, New Mexico. Daar gaan we een paar dagen van The Mother Road af en rijden echt naar het zuiden, onze bestemming is Roswell. De plaats die bekend is vanwege de vermeende ufo-crash in 1947. De hele stad ademt aliens. In bijna elke etalage of op elke winkelruit zijn wel een of meerdere groene poppetjes te vinden. Zelfs de lantaarnpalen zien eruit als aliens. We bezoeken het UFO Museum & Research Center en een paar giftshops waar ze leuke maar zeer nutteloze prullaria hebben.
Na twee dagen rijden we weer naar het noorden door het prachtige landschap van New Mexico. Het is dor, maar toch adembenemend. Van de verschillende plekken waar we tot nu toe geweest zijn, ben ik hier toch het meest van onder de indruk. Je kunt er mijlen rijden zonder een levende ziel tegen te komen. Het is niet te beschrijven. Ook hier geldt: een foto zegt meer dan duizend woorden. Bekijk ze dus zeker even.
Vlak na Santa Rosa pikken we Route 66 weer op. Via Albuquerque rijden we naar Santa Fe. Daar houden onze avonturen op Amerika’s bekendste weg voorlopig op. Tevens beginnen hier de uitlopers van de Rocky Mountains, die 4.600 kilometer lang zijn. Onze volgende stop is Colorado Springs in Colorado, de zesde staat die wij aandoen. In twee dagen tijd hebben we er bijna duizend kilometer opzitten.
De dag van aankomst, zondag 8 september, maken we ’s avonds een wandeling in Red Rock Canyon. De volgende dag bezoeken we eerst Garden of the Gods. Een natuurgebied met mooie rotsformaties, zoals kussende kamelen. Na een flinke wandeltocht rijden we naar het hoogtepunt van de dag. Met de auto beklimmen we Pikes Peak, de hoogste berg in de omgeving. Bovenop sta je 4.301 meter boven zeeniveau. Onderweg hebben we wel wat last van vertraging. Universal Studio’s is het zevende deel van Fast & Furious aan het opnemen. Op het moment dat de crew een scène aan het film en is, moeten wij even wachten. Helaas mogen we geen foto’s maken. Het is wel indrukwekkend om te zien hoeveel apparatuur en mankracht er nodig is voor zo’n grote Hollywood-productie.
De tocht naar boven is sowieso bijzonder. Zeker de laatste paar mijl, wanneer je boven de boomgrens zit. Af en toe is de weg erg smal en op plekken zeer steil. Daarbij staan er nagenoeg nergens vangrails. Dus een stuurfoutje en je bent heel snel weer beneden. Gelukkig weten wij veilig boven en weer beneden te komen. Alhoewel we van de parkwachter op de terugweg een korte pauze moeten inlassen. Onze remmen zijn te heet geworden en moeten even afkoelen.
Inmiddels zijn we in Denver aanbeland. Helaas is het weer hier niet super. Veel regen en daar bovenop nog meer regen. Daar laten wij ons echter niet door tegenhouden. Wel doen we het rustig aan. Daan en ik gaan onder meer kijken bij het Red Rocks Amphitheatre. Dit theater is deels door de natuur gevormd en afgemaakt door de mens. Prachtig om te zien. In de tijd dat wij in Denver zijn, vindt er één concert plaats. Helaas is het teringherrie, dus wij besluiten dat te laten schieten.
Tevens bezoeken we het Morrison Natural History Museum. Dit museum adverteert met de slogan ‘small museum, big discoveries’. Hier is niks van gelogen. Op deze regenachtige dinsdagmiddag zijn wij de enige twee bezoekers. Voor de curator een reden ons een persoonlijke rondleiding te geven. Het museum richt zich op het ontdekken en opgraven van fossielen, dinosaurussen in het bijzonder. Bij binnenkomst kijk je tegen de gigantische schedel van een tyrannosaurus rex aan. En we mogen alles aanraken.
Waar wij dachten binnen twintig minuten buiten te staan, zijn we zeker anderhalf uur binnen. Door het enthousiasme van onze gastheer blijven wij vragen stellen. En hij blijft vertellen. We mogen zelfs even meehelpen met het weghalen van steen bij een zeer oud fossiel. Erg gaaf! Tevens raken we aan de praat met een professor die aan het museum verbonden is. Hij vertelt ons dat Nederlandse archeologen in Wyoming een skelet van een tyrannosaurus rex in zeer goede staat hebben gevonden. Die wordt nu uitgegraven en vervolgens naar Nederland vervoerd om tentoongesteld te worden. Daarnaast weet hij elke vijf minuten minimaal een keer te laten blijken dat hij een hekel aan de Fransen heeft. Het zijn volgens hem ‘snail sucking surrender monkeys’, die alles jatten wat los en vast zit.
Woensdag regent het nog harder. Ten noorden van Denver zijn veel plaatsen deels overstroomd. Ik ben best blij dat onze motel ten zuiden van de stad zit. Voor hetzelfde geld hadden wij daar gezeten. Tussen de buien door hebben een flinke wandeling gemaakt in Cherry Creek State Park. Het populairste park van Denver, omdat het zo dichtbij het stadscentrum ligt. ’s Middags zijn we in het Money Museum geweest, waar heel compact de opkomst van banken in Amerika wordt toegelicht.
Morgen rijden we naar Grand Junction of daar ergens in de buurt. Het ligt een beetje aan het weer hoe lang we erover doen en of we tijd hebben daar nog iets te doen. Vrijdag dalen we weer af richting het zuiden, naar Telluride. Daar wonen we een driedaags bluesfestival bij. Daarna zien we wel weer verder.
Oh ja, kijk ook eens op http://daanjans.waarbenjij.nu voor de verslagen van Daan.