Houston, the eagle has landed again
Chicago, the windy city. Daar is niks aan gelogen. Het is wel een geweldige stad. Donderdag 3 oktober besluiten Daan en ik om die dag ieder onze eigen weg te gaan. Daan blijft in de buurt van het hotel en maakt een flinke wandeling in een nabijgelegen natuurgebied. Zelf reis ik naar het hartje van de stad om daar poolshoogte te nemen. Ik zwerf door de straten en voel me erg klein tussen al die gigantische wolkenkrabbers. Door een grote brand in 1871 gaat een derde van de stad in rook op. Hoewel dit natuurlijk enorm tragisch is, grijpen de inwoners deze kans aan om opnieuw te beginnen. Mensen komen van heinde en verre om hier onderdeel van uit te maken. Hierdoor kan men niet anders dan de lucht in bouwen om iedereen kwijt te kunnen. En dat hebben ze niet onfortuinlijk gedaan.
Na mijn geslenter zorg ik dat ik rond half acht in het noorden van de stad ben. Daar treedt de Schotse KT Tunstall namelijk op in Park West, een prachtig theater. Zij is onder meer bekend van de hits Suddenly I See en Black Horse and the Cherry Tree. Waar ik gewend ben te staan tijdens een concert, staat hier de zaal vol met zitjes. Dat is even anders. Ik vind een plekje aan de bar en geniet van een heerlijk intiem concert met veel anekdotes. Dat is het mooie aan een concert; de interactie tussen de artiest en het publiek.
De volgende dag gaan we wel samen de stad in. We beginnen met een bezoek aan de Willis Tower, voorheen bekend als Sears Tower. Met 110 verdiepingen is dit het hoogste gebouw in Amerika. In de kelder bewonderen we een kleine tentoonstelling, waarna we de lift naar boven pakken. Op bijna 400 meter kijken we uit over een mistig Chicago. Eenmaal terug op de begane grond van we met succes op zoek naar het begin van Route 66. Daarna sjouwen we nog wat rond.
En dan is het zaterdag 5 oktober. Vandaag gaan we iets doen waar ik al sinds het begin van de vakantie naar uitkijk. In onze Chevrolet Spark rijden we zo’n 300 kilometer naar het noorden, naar New London, Wisconsin. Daar woont Gerrit Willems van Dijk, zwager en goede vriend van mijn opa. Ook zijn familie is daar in de buurt te vinden. Vijf jaar geleden heb ik hem voor het eerst ontmoet, toen hij samen met zijn nichtje Helen in Nederland was voor het gouden huwelijk van mijn grootouders. In navolging van mijn moeder, zusje, oom, tante, neefje en nichtje heb ik hen nu ook opgezocht in Amerika. Inmiddels woont Ome Gerrit, zoals wij hem noemen, in een verzorgingstehuis. Van bezoek uit Nederland leeft hij enorm op.
Daan en ik arriveren in de loop van de middag bij Helen en haar man Joe. Daar blijven we de komende dagen in een caravan logeren. De eerste avond gaan we met vijven op pad. We rijden door de omgeving en krijgen allerlei interessante locaties te zien. De avond sluiten we af met een etentje. Op de terugweg haal ik samen met Ome Gerrit herinneringen op aan Nederland en vertel hem wat iedereen in de familie tegenwoordig uitspookt.
Een dag later staat in het teken van American Football. Helen heeft vier kaartjes weten te regelen voor de wedstrijd van de Green Bay Packers tegen de Detroit Lions. We vertrekken vroeg en zijn ruim op tijd aanwezig bij het stadion; Lambeau Field. Onderweg legt Joe ons de regels uit. En ik moet zeggen, als je eenmaal weet wat ze doen is het spelletje veel interessanter. Zodra we de kaartjes hebben opgehaald gaan we op zoek naar onze plaats. Dit blijkt op de zevende verdieping te zijn, de achterste rij. Hoger kun je niet zitten in het stadion. Vanaf die plek hebben we een prachtig overzicht op alles wat er gebeurt, en dat is nogal wat. Marching bands, cheerleaders, drumsessies, overkomende vliegtuigen, lotterijen, het volkslied en natuurlijk ook nog de wedstrijd. We kijken onze ogen uit, een fantastische ervaring. En de Packers weten ook nog eens met 22 tegen 9 van de Lions te winnen. Onze dag kan dus niet meer stuk.
Maandag is onze laatste dag in New London. ’s Middags ga ik bij Ome Gerrit op bezoek. Samen plegen we enkele telefoontjes naar Nederland om te vertellen dat het goed gaat met ons. Aan het eind van de middag leer ik de rest van de familie kennen. Alle kinderen en kleinkinderen van Joe en Helen verzamelen zich voor een heerlijke barbecue. Stuk voor stuk vragen ze wat ik van de Packers-game vond. Awesome, natuurlijk. Onder het genot van een hapje en een drankje leren we elkaar beter kennen. De kinderen zijn vooral geïnteresseerd in foto’s van mijn acht maanden oude nichtje Pip. “Aww, she is so cute. Next time you should bring her.” Ook Ome Gerrit deelt mee in de feestvreugde die is ontstaan. Op een gegeven moment moeten de kleintjes echter naar bed. We nemen afscheid met de belofte dat we elkaar zeker nog een keer zien, hetzij in New London, hetzij in Reek, maar dat het gaat gebeuren staat vast.
Woensdagochtend vertrekken we vroeg richting Chicago. Via Philadelphia (waar ik een Philly Cheese Steak eet) vliegen we naar Houston. Daar brengen we onze laatste dag in de Verenigde Staten door met een bezoek aan het NASA Space Center, dat ondanks de shutdown gelukkig gewoon open is. We maken een tram tour over de basis, krijgen uitleg over het werk van de Curiosity (je weet wel, die Mars Rover) en zien hoe het is om in het International Space Station te wonen. Het meest indrukwekkende is echter toch de 100 meter lange raket die eigenlijk als Apollo 18 zou dienen, maar de vlucht werd een maand voor vertrek geannuleerd. Tegenwoordig is het een museumstuk.
Nu zijn Daan en ik klaar voor de terugreis naar Nederland. Dadelijk gaan we onze huurauto, een Hyundai Accent, inleveren en over een paar uur zitten we in het vliegtuig naar Amsterdam. Weer bijna thuis, eindelijk weer iedereen zien en Pip knuffelen. Het waren zeven geweldige weken waarin we veel gezien, gedaan en gehoord hebben. Maar ik vind het niet erg om naar huis te gaan. Dan kan ik gaan sparen voor mijn volgende reis. Waarheen? Dat weet ik nog niet, maar wat mij betreft is dit niet mijn laatste buitenlandse avontuur. Tips, hints, advies en donaties zijn altijd welkom.