Mont Ventoux beklimmen tegen MS
Ineke van Osch uit Uden is mijn nieuwe heldin. Een halfjaar geleden kende ik haar nog niet, nu heb ik samen met haar – en zeker ook voor haar – maandag 25 mei de Mont Ventoux in Frankrijk te voet beklommen. Een pittige tocht van bijna 22 kilometer van 300 naar 1.912 meter hoogte op de top. Dit hebben we gedaan om geld in te zamelen voor onderzoek naar MS en om de aandacht op deze nog steeds onverklaarbare ziekte te vestigen.
De aanstichter van ons avontuur is Ineke. Bijna vijftien jaar geleden kreeg zij de diagnose multiple sclerose. Gelukkig voor haar heeft ze een milde vorm en een fantastische mentaliteit. De afgelopen maanden heb ik haar leren kennen als een zeer vrolijke dame die niet bij de pakken gaat neerzitten. Ineke vertelde over haar deelname aan Klimmen tegen MS tegen goede vriendin Gonny van Boxtel van Praktijk Den Hoogen uit Reek. Zij omarmde het project direct en vormde een team vanuit de praktijk om ook deel te nemen en Ineke te steunen. Zo ben ik bij het geheel betrokken geraakt.
Lange reis
Na maanden van trainen en veel gezelligheid is het vrijdag 22 mei eindelijk zover. Die dag reis ik samen met Gonny en haar vriend Marco Bens naar Zuid-Frankrijk. Een lange zit, want onze eindbestemming Aubignan ligt 1.050 kilometer verderop. Tegen die autorit zie ik meer op dan onze wandeltocht naar de top van de Kale Berg. Gelukkig valt het best mee, want ik heb veel ruimte op de achterbank. Vlak voordat we er zijn, halen we pizza’s bij een verloren pizzakar midden in een dorpje kleiner dan Reek. Waarom hebben wij dat niet in ons dorp?
Als we na even zoeken eindelijk het vakantiepark vinden maken we kennis met Mari en Wilma Verwegen uit Uden. Goede vrienden van Ineke, die met hen mee is gereden. Zij zijn al een paar uur eerder dan wij in Frankrijk gearriveerd. Met z’n zessen delen we de komende dagen een huisje. Na een drankje zoekt iedereen zijn bed op na de lange reisdag, maar niet voordat we even hallo hebben gezegd tegen Adriëtte van den Bergh uit Grave en Jose Hendriks uit Cuijk. Het toeval wil dat zij op hetzelfde vakantiepark een huisje hebben geboekt.
Prachtig weer
De volgende dag staat voor mij in het teken van helemaal niks doen. Gewoon even lekker helemaal niets. Terwijl de rest ’s ochtends de markt in Aubignan bezoekt, maak ik het mezelf gemakkelijk in de zon met een boek van Lee Child. Het weer is veel beter dan verwacht met temperaturen richting de 30 graden. Omdat ik alleen een lange wandelbroek bij heb, ga ik samen met Gonny ’s middags op zoek naar een sportwinkel om toch maar even een korte broek te halen. Missie geslaagd.
’s Avonds barbecueën we met de zes ‘buren’ uit Schijndel en Den Dungen. Ook zij zijn via Ineke bij Klimmen tegen MS betrokken geraakt. Het is een gezellige avond waarop ik nog meer leuke mensen leer kennen. Dat is voor mij misschien nog wel de grootste winst van deze hele onderneming, dat ik zoveel nieuwe vrienden heb gemaakt.
Hittestage
Een dag later gaan we anderhalf uur wandelen, noem het maar een hoogte- en hittestage. Even lekker de spieren losmaken en mijn nieuwe korte broek ‘testen’. Vlak voor de lunch sluit ‘Ome Teun’ zich bij ons aan. Dit is een oom van Marco die al vele jaren in de buurt van Carcassonne woont, op een paar uur rijden van onze locatie.
Na het eten stappen we in de auto om in Entrechaux ons startbewijs op de halen. Daar treffen we veel andere deelnemers, waaronder Team Vlinder waar Ineke deel van uitmaakt. Dit is een estafetteteam van mensen met MS die allemaal een persoonlijke actiedoelstelling hebben. Ineke heeft zich voorgenomen vijf keer een kilometer te lopen. Tussendoor kan ze uitrusten in de bus van het MS Fonds.
Klaar voor de start
Maandag 25 mei gaat de wekker om 5 uur. Na een goed ontbijt pakken we onze spullen bij elkaar en bereiden we ons voor op de sportieve uitdaging. Marco en Mari hebben als doel op de racefiets drie keer de top te bereiken. De eerste keer starten ze om 7 uur in Malaucène. Wij – Ineke, Gonny, Wilma en ik – zetten de mannen daar ruim op tijd af. Vervolgens rijden we naar Bédoin, dat is ons vertrekpunt.
Daar treffen we onze buren Antoinette, Ciska en Til die ook naar boven lopen. Verder zien we Adriëtte en José met hun partners die ons vandaag aanmoedigen. Na wat fotootjes lopen we richting de start. Precies om 8 uur krijgen we het signaal dat we mogen vertrekken.
Van paaltje naar paaltje
We starten vlak voor paaltje 15. Elke kilometer mag iemand anders van Team Vlinder de lanyard (een sleutelkoord met het MS-logo eraan) dragen. Ineke heeft de eer om hiermee te mogen starten. Van tevoren hebben we duidelijk afgesproken dat iedereen in zijn eigen tempo mag en moet wandelen, zodat je niet het risico loopt jezelf op te blazen. Het is natuurlijk de bedoeling dat iedereen op zijn eigen manier de top haalt.
Gonny, Wilma en ik spreken af waar mogelijk met Ineke samen te lopen. Dus elke keer als zij er een kilometer op heeft zitten en weer in het busje stapt, spreken we af bij welk paaltje we op haar wachten om weer samen te lopen.
Marco en Mari
We starten voortvarend. De eerste paar kilometers zijn ook niet veel meer dan een lichte glooiing. Na vijf kilometer zijn we ongeveer zeventig minuten onderweg. Ineke heeft er op dat moment al twee kilometer opzitten. Iets later krijgen we bericht dat Marco en Mari de eerste klim met succes volbracht hebben en de afdeling richting Bédoin hebben ingezet. Vanaf dat moment kijken we dus reikhalzend uit of we ze tegenkomen.
Bij paaltje 22 krijgt Ineke voor de tweede maal de lanyard omgehangen. We zijn dan zeven kilometer onderweg en hebben een steil stuk voor de boeg. Rond kwart voor tien zien we Marco en Mari voorbij flitsen. Veel meer dan een hoi kan er niet vanaf, want ze gaan godsgruwelijk hard. Snel proberen we uit te rekenen hoe lang het duurt voordat ze ons op weg naar boven weer inhalen.
Verzorgingspost
Na ruim twee uur wandelen zeg ik tegen Gonny dat ik het niet heel erg zou vinden om eventjes uit te rusten. Het stijgingspercentage is flink toegenomen. Ik heb het nog niet gezegd of we treffen een verzorgingspost. Een mooi moment om even op adem te komen en wat te eten. De organisatie heeft het prima geregeld. De deelnemers hebben gratis keuze uit sportdrank, energierepen, koffiekoeken, stroopwafels, bananen, sinaasappels, water en zoute chips. Ik vraag me af waarom ik al die peperkoek in mijn rugzak heb zitten als er zo goed voor mij gezorgd wordt. Ook Wilma, Ineke en Adriëtte grijpen de post aan om te rusten.
Ruim 2,5 uur na de start zijn we op de helft bij paaltje 26. Dat is ook het moment waarvan we weten dat het niet lang meer kan duren voordat Marco en Mari voorbij komen op weg naar boven. Dus we gaan klaar staan met de camera en ja hoor, daar gaan ze.
Wij klimmen door op een enorm steil stuk. Waarschijnlijk hebben we een paaltje gemist, want Ineke loopt twee zware kilometers met ons mee. We zijn blij als we het estafettebusje zien, zodat Ineke kan uitrusten. Later horen we dat ze toch niet ingestapt is, maar puur op wilskracht nog een kilometer verder is gelopen. Dat betekent dat ze net over de helft van de tocht al op zes kilometer zit. Dat is er eentje meer dan van de voorgenomen vijf. Klasse!
Chalet Reynard
Zes kilometer voor de top, op 1.424 meter hoogte, is Chalet Reynard. Dit is het basiskamp van de organisatie. Het volgende rustpunt voor ons. Gonny en ik arriveren daar om 12 uur. We zien Adriëtte en José weer, maar ook Wilma en Ineke. Ik eet onder dwang en met tegenzin wat chips. Nooit, maar dan ook nooit, had ik gedacht dat ik die zin ooit op zou schrijven.
Na een half uur rusten begint voor ons de laatste etappe. Meteen 7 procent stijgen en dit loopt op tot 11 procent vlak voor de top. Al die tijd zie je het weerstation staan en denk je: ‘ik ben er zo’, maar schijn bedriegt. Er staat een frisse wind en ik ben blij dat ik een goede jas mee heb genomen. Vrijwel direct komen we Marco en Mari tegen die afdalen naar Sault om aan de derde en laatste beklimming te beginnen.
Tom Simpson
Ik ben erg blij als we een kleine twee kilometer voor het hoogste punt nog een laatste verzorgingspost treffen. Wilma, Gonny en ik strijken neer op de stoelen die er staan, uit de wind en in de zon. We zitten daar best een tijdje. Adriëtte sluit zich bij ons aan. Op het moment dat we zitten te overleggen waar we op Ineke wachten voor het laatste stuk, komt ze voorbij in het MS-busje. Wij zien haar, zij ziet ons en stapt uit. Het geeft genoeg energie om samen het laatste deel van de klim te maken.
Om kwart over twee passeren we het monument van Tom Simpson, maar niet voordat we eerst wat fotootjes maken. Een klein half uur later zijn we er eigenlijk. Het is nog 200 meter tot de top, maar we besluiten op alle deelnemers van Team Vlinder te wachten. Bijna een uur later lopen we met z’n allen samen de laatste meters. We hebben het gedaan. En het mooiste van alles? Onze kanjer Ineke heeft uiteindelijk niet minder dan negen kilometer gelopen. Geweldig toch? Bovenop de top wachten we nog een uurtje op Marco en Mari. Tegen kwart voor vijf komen de heren voor de derde keer boven.
Nagenieten
’s Avonds zitten we bij het huisje allemaal nog na te genieten van onze prestatie. Het is een lange en vermoeiende dag geweest, maar dit had ik niet willen missen. Ik ben zo blij dat Gonny mij gevraagd heeft mee te doen (ook al was het alleen maar zodat ze aandacht zouden krijgen in weekblad Arena, nou dat is gelukt). Niet alleen heb ik bijgedragen aan een goed doel, ook heb ik veel nieuwe en geweldige mensen leren kennen. Ook nu ik dit artikel schrijf zit ik te genieten. Ik verheug me al op het feit dat ik zo de foto’s mag uitzoeken om erbij te plaatsen. Dan kan ik het allemaal nog een keer beleven.