Nascar: snel en hard
Zondagochtend eten we eerst nog ontbijt (hmm, wafels!) in ons hotel. We hebben de tijd om lekker rustig aan te doen. Nadat alles ingepakt is, stappen we in de auto richting Loudon in het noorden. Daar ligt de New Hampshire Motor Speedway (NHMS) waar ’s middags de New England 300 plaatsvindt. Dit is een Nascar-race waar veertig auto’s aan meedoen.
Redneck Nation
Van tevoren had ik al een bepaald beeld bij hoe een dergelijk evenement eruit zou zien en vooral ook wat voor soort mensen aanwezig zouden zijn. Ik verwachtte veel pickup trucks, smoezelige mannen met petjes en net iets (of veel) te dikke vrouwen. Ook zou het me niet verbazen als niet iedereen even intelligent uit de ogen zou kijken. Eenmaal gearriveerd blijk ik het bij het juiste eind te hebben. Het is net alsof we in het land van de Rednecks zijn beland.
Net zoals al vaker deze vakantie, kijken we onze ogen uit. Vanaf het parkeerterrein waar onze auto staat, is het nog zo’n anderhalve kilometer lopen naar de racebaan. Onderweg passeren we andere bezoekers die het zichzelf makkelijk hebben gemaakt rondom de auto. We zien barbecues, partytenten en andere spontane feestjes. Erg gezellig.
Eén mijl
Na verloop van tijd doemen de tribunes van de NHMS op en ze zijn groot. Dat moet ook wel, want er lopen heel veel mensen rond. We zoeken onze plaats op: de tweede rij in de eerste bocht. Een mooie plek. Vanaf daar zien we de auto’s met 200 km/u op ons af komen en de bocht invliegen. De baan is net iets langer dan één mijl. Dat is 1,6 kilometer. De race heet niet voor niets New England 300, want de coureur die als eerste driehonderd rondjes erop heeft zitten, mag zichzelf winnaar van de dag noemen.
Voordat de race begint, is er eerst een voorstelrondje. Alle veertig coureurs maken in de achterbak van een pickup een rondje over de baan. Daarna nemen ze plaats in hun racewagens en gaan ze de baan op. De wedstrijd begint met een zogeheten rollende start. Dit betekent dat de auto’s niet stilstaan, maar al rustig rijden. Om ons heen zien we mensen oordopjes indoen en hoorbeschermers opzetten. Zodra de wagens de baan oprijden, snappen we waarom. Wat een herrie!
Hoewel er veel mensen zijn, is het zeker niet uitverkocht. Op de tribune zijn veel lege plekken te zien. Toeschouwers zitten ook niet constant op hun plek. Er wordt veel (en vet) gegeten. Zelf genieten we van een corndog. Dit is het beste te omschrijven als een grote knakworst op een oversized lollystok, gebakken in een langgerekte oliebol. Erg bijzonder maar niet verkeerd.
De auto’s zijn speciaal gemaakt voor dit soort races. Zo licht en snel mogelijk. Niet-essentiële onderdelen, zoals de vering, zitten er niet op. Je krijgt met een beetje moeite hooguit een paar velletjes papier tussen het chassis van de auto en het asfalt. Er mag dus niets op de weg liggen, anders zijn problemen gegarandeerd. Als er iets gebeurt of troep op de baan ligt, dan volgt er een caution. Er komt dan een speciale auto op de baan waar de racewagens een paar rondjes met gematigde snelheid achteraan moeten rijden. Na een paar rondjes, zodra de baan schoon is, vindt er dan een herstart plaats. Alle auto’s zitten dan weer dicht bij elkaar, wat de spanning ten goede komt.
Bijna vanaf het begin leidt Martin Treux jr. Hij rijdt 141 rondjes aan kop. Dan ziet Matt Kenseth de kans om zijn auto naar de eerste plek te rijden. Een positie die hij fel verdedigt. Lange tijd lijkt het erop dat hij de winst gaat pakken. In de laatste fase van de wedstrijd moeten de auto’s een paar keer herstarten na een caution vanwege kleine incidenten op de baan. Met nog vijf rondes te gaan is het echter Kevin Harvick die op het belangrijkste moment van de wedstrijd vooraan komt te rijden. Dit geeft hij niet meer af.
Trappisten
De nacht brengen we door in Leominster. Dan zitten we namelijk dicht in de buurt van de Saint Joseph’s Abbey in Spencer. Dit is de enige trappistenbrouwerij buiten Europa. Dat vinden wij dus zeker de moeite van het bekijken waard. De abdij staat bovenop een heuvel, midden in een bebost gebied, weg van de alledaagse drukte. We arriveren in een serene stilte. Het enige waar we even binnen kunnen kijken, is de kerk. Verder is er niets te zien. Enigszins balend stappen we in de auto. Helaas geen trappistenbier voor ons.
Beneden aan de heuvel zien we een giftshop. Toch maar even kijken of ze ons daar wat meer kunnen vertellen. Binnen treffen we een wat oudere maar vrolijke monnik. Hij weet ons te vertellen dat bij de lokale slijterij in het centrum van het dorp de verschillende bieren te koop zijn. We raken met de goede man aan de praat. Hij legt ons uit dat het bier door robots in een supermoderne fabriek wordt gemaakt. Niet erg ambachtelijk. Verder hebben we het met hem over verschillende trappisten in Nederland en België, zoals La Trappe in Tilburg. Ook wordt tijdens het gesprek duidelijk dat hij groot fan is van Star Wars. Leuke gast.
Natuurparken
De eindbestemming van de dag is East Stroudsburg. Voordat het zover is, doen we eerst nog twee nationale parken aan. De eerste is het gebergte The Catskill Mountains met de Big Indian Wilderness. We hebben gelezen dat er mooie wandelpaden liggen, maar die komen we niet tegen. Het is wel leuk om over de weg door het natuurgebied te rijden, maar we zien nergens aanleiding om uit te stappen.
Het tweede park van de dag is de Delaware River Gap. Dit stuk groen loopt van noord naar zuid aan de Delaware-rivier. Hier zijn gelukkig wel leuke plekken om nader te bestuderen. We stoppen bij de eerste beste waterval die we tegenkomen. Daarna klimmen we nog naar een mooi uitkijkpunt. Met een paar kilometer in de benen rijden we verder, tot we de volgende waterval tegenkomen. Ook daar gaan we natuurlijk even kijken. In dit seizoen is het niet veel meer dan een dun straaltje water, maar er hangen foto’s van de waterval in volle glorie met al het smeltwater uit de bergen. Als het aan ons ligt, komen we hier in het voorjaar nog een keer terug. 😉
Comments are closed here.